Mosterdzaad


Over de mysticus Jezus volgens het Thomas Evangelie

Osho zegt in Mosterdzaad: “Jezus blijft maar steeds herhalen: “Zij die oren hebben kunnen me verstaan. Zij die ogen hebben: zie, ik ben hier!” Waarom herhaalt hij steeds weer: “Zij die ogen hebben, zie! Zij die oren hebben, hoor!” Waarom?
Hij heeft het over een andere dimensie van verstaan, die alleen een leerling begrijpen kan. Heel weinigen Mosterdzaad begrepen Jezus. Wie waren die weinigen? Dat waren geen geleerden, nee; het waren geen hoogleraren, nee; het waren geen wijzen, geen filosofen, nee! Het waren gewone mensen: een visser, een boer, een schoenmaker, een prostituee. Waarom konden deze mensen begrijpen? Er moet iets heel speciaals zijn dat in een gewoon mens zit en dat verdwijnt in de zogenaamde ‘buiten-gewonen’. Wat is dat?
Het is nederigheid, vertrouwen. Want hoe beter je intellect is getraind, des te minder vertrouwen kun je hebben. Als je intellect niet zo getraind is, kun je beter vertrouwen.
Mensen die met de natuur leven, hebben meer vertrouwen. In een land dat niet zo sterk geïndustrialiseerd is, minder gemechaniseerd, minder technologisch, waar je meer met de natuur leeft, is meer vertrouwen.”

Het boek Mosterdzaad is verkrijgbaar in Boekhandel.

Review van Mosterdzaad

over de Mysticus Jezus volgens het Thomas Evangelie

Osho heeft absoluut recht gedaan aan de woorden van Jezus; er zijn heel wat commentaren van hem op het werk van Jezus.
Maar toen hij ook met kritische noten kwam bij Jezus’ uitspraken, was een aantal mensen daar niet blij mee. Immers: wat was er van hun dierbare Jezus overgebleven, vonden zij.
Osho heeft daarop zelf natuurlijk het meest adequate antwoord gegeven.

Hij zegt: “Ik heb meer woorden aan Jezus gewijd dan iemand anders ter wereld en daaruit blijkt dat ik van de man houd. Als ik hem niet lief had, zou ik hem wel buiten beschouwing laten.”
Een van de bekendste commentaren van Osho op Jezus’ werk is het Mosterdzaad dat commentaren bevat bij het Thomas-evangelie.

Dit in het Nederlandse vertaalde boek was enige tijd uitverkocht en het leek erop, dat er ook echt geen behoefte was aan nog meer exemplaren. Alle Mosterdzaadjes hadden een goede plek gevonden om te ontkiemen.
Maar in het afgelopen jaar gebeurde het meermalen, dat mensen ging bellen met de vraag naar nieuw Mosterdzaad. Daarom is er in 2005 een nieuwe druk uitgekomen, met een aantrekkelijke gloedrijk gekleurde cover.

De nieuwe belangstelling voor Mosterdzaad is verheugend, als je naar de betekenis ervan kijkt bij Jezus. Hij gebruikt de vergelijking met Mosterdzaad vaak.

De discipelen komen met vragen bij hem: “Vertel ons zo eenvoudig mogelijk waar het Koninkrijk der hemelen op lijkt?” Het lijkt een kinderlijke vraag, maar ze kunnen zich er geen voorstelling van maken, ze willen de essentie weten.
En Jezus draagt dan Mosterdzaad aan om een indruk te geven van dit Koninkrijk der hemelen waar hij het regelmatig over heeft.

Mosterdzaad is klein; het is vrijwel het kleinste wat er is. Met het Koninkrijk der hemelen wordt God bedoeld, het goddelijke. God is nog kleiner, hij is onzichtbaar. Hoe moet je Hem dan aanduiden? Daarvoor neem je datgene dat ook heel klein is, maar dat nog wel voor het oog zichtbaar is en dan kom je bij Mosterdzaad. Dat wat onzichtbaar is, kun je moeilijk begrijpen. Maar dat wat zich op de grens bevindt, Mosterdzaad, maakt het een beetje inzichtelijk.

Mosterdzaad is het kleinst zichtbare en het heeft daarnaast ook een mysterieuze eigenschap en die is als volgt. Er ligt een paradox in verscholen. Het Mosterdzaad zelf is vrijwel het kleinste wat er is, maar de plant die eruit groeit is de grootste van alle planten.

God is het onzichtbare en het universum het meest zichtbare; het universum is de boom, de plant en God is het zaad. God is wat niet gemanifesteerd is en het universum is het gemanifesteerde.

Het is een mysterie.

Je hebt een heel klein zaadje, Mosterdzaad. En als je dat doorbreekt, dan vind je daar niets en zeker geen plant of een boom. Toch kun je zeggen, dat in dit zaadje een boom verborgen ligt, want uit het zaadje kan een grote plant groeien.
Mosterdzaad is het kleinste van alles en tegelijkertijd bevat het het grootste. Je kunt God en het goddelijke niet zien. Maar het universum is wel manifest, dat kun je wel zien.
Als het universum er is, moet God er ook zijn, ook al kun je hem niet waarnemen. Want het universum, dat zichtbaar is, verwijst ernaar.
De uitspraak “Het koninkrijk der Hemelen is als Mosterdzaad is simpel en tegelijkertijd impliceert hij veel.”

Het is de uitspraak van de mysticus Jezus en er ligt spirituele waarheid in verborgen.
Het zaaien van een zaadje geeft bijvoorbeeld vertrouwen aan. Je strooit het zaad uit, maar je hebt geen garantie dat er een boom uit zal komen. Je zoekt goede aarde en dan heb je vertrouwen en geduld en op een dag zie je, dat het zaad is gaan ontkiemen.
Verder wordt er op geduid dat het zaadje moet sterven. Er moet transformatie plaats vinden.
Zaad is iets fundamenteel anders dan een plant. Dus, het zaadje moet afsterven en daar komt iets heel anders voor in de plaats.
De hele aanduiding van Jezus verwijst naar hen die open staan voor zijn boodschap.
Hij zegt in feite: “Jullie zijn het zaad, jullie zijn de mogelijkheid van het Koninkrijk. Wees bereid om te sterven, dat is de enige manier om herboren te worden.”
In elk van de hoofdstukken van dit boek staan de heel bekende uitspraken van Jezus die vrijwel iedereen kent en waar Osho dan zijn verhelderend licht over laat schijnen.
Het zijn stuk voor stuk openbaringen. Want de uitspraken van Jezus kunnen je dan wel bekend zijn, de hele wereld van betekenis die er achter zit en die Osho ons hier geeft, is vast niet in alle diepte tot je doorgedrongen.
Zie hier een nieuwe kans om de mysticus Jezus meer te doorgronden aan de hand van Osho’s uitleg.

En de uitspraken van Jezus zijn echt wat anders dan wat het christendom in de huidige wereld is of wat er zich in de kerken afspeelt.
Want waar oppervlakkige rituelen toe kunnen leiden, blijkt maar weer eens uit het volgende.

Een vliegtuig raakte in dichte mist uit de koers en alle inzittenden waren natuurlijk vreselijk bang. Er was ook een predikant aan boord. En afgezien van hem, zat iedereen te jammeren en te transpireren van angst.

De predikant droeg alle mensen op om te knielen voor een gebed. En iedereen deed dat ook, behalve een zakenman, een klein mannetje. De dominee vroeg: “Waarom bid jij niet?”
De man zei: “Vergeef me dominee, ik weet niet hoe ik moet bidden; ik heb dat nog nooit gedaan.” Maar het was nou toch wel de hoogste tijd voor gebed, het vliegtuig kon elk moment neerstorten. Daarom zei de predikant: “Okay, er is nu geen tijd meer om het nog echt te leren, dus: gedraag je nu maar net alsof je in de kerk bent.” De zakenman liep het gangpad af en haalde het geld op bij de mensen.”