Tantra Leven in Vrijheid


In Tantra Leven in Vrijheid wordt door Osho aangegeven: “Tantra gelooft in ZIJN, niet in gedrag en persoonlijkheid. Dat is de reden waarom het ook wel ‘Het lied over het menselijk handelen’ wordt genoemd, want als je wezen, je zijn, eenmaal veranderd is, ondergaan ook je gedragingen een verandering.
Tantra Leven in VrijheidDat is in feite de enige manier om die te veranderen.
Als je wezen verandert, open je je voor de hemel. De hemel daalt in je neer. Als je wezen niet verandert, lig je met jezelf overhoop: je probeert iets af te dwingen dat er niet is.
Je wordt almaar onechter en op den duur word je twee personen, je wordt schizofreen, gespleten. Je laat het ene zien en je bent het andere. Je vertelt iets maar je doet dat nooit, je doet iets andere. Je speelt de hele tijd verstoppertje met jezelf. Het is geen wonder dat je angst en wanhoop voelt: dat is namelijk de hel.”

Het boek Tantra Leven in Vrijheid is waarschijnlijk niet gemakkelijk meer te verkrijgen, alleen mogelijk tweedehands in de Boekhandel. In het Engels is het vermoedelijk wel te vinden.

Impressie van Tantra Leven in Vrijheid

“Tantra is vrijheid. Vrij zijn van alle denk-constructies, vrij zijn van alle denkspelletjes, vrij zijn van alle structuren – vrij zijn van de ander. Tantra is ruimte om te zijn. Tantra is bevrijding.’ Nee, tantra is niet een vorm van je gang maar gaan. Het is de enige weg naar vrijheid. Tantra zegt: Alles wat is, moet begrepen worden en door begrijpen vinden veranderingen helemaal uit zichzelf plaats. Dus als je naar mij luistert of Tantra Leven in Vrijheidnaar Saraha luistert, denk dan niet dat Saraha je tot uitspattingen wil verleiden. Je zult op de koffie komen als je dat veronderstelt.’ Osho ‘Alles wat Osho zegt heeft de kwaliteit alsof het voor de eerste keer is dat hij over deze onderwerpen spreekt. En ook alsof het de laatste keer is. Alsof hij na deze lezingen rustig het lichaam kan verlaten. Dat is de vrijheid van de Ontwaakte en het geeft ook de vrijheid zó totaal, hier-en-nu en telkens weer nieuw en fris te spreken.” Jan Foudraine